Wout van Aert begint zo dadelijk aan zijn voorjaar in De Omloop, tijd voor de organizerende krant om de renner eens wat vragen voor te schotelen, dachten ze bij Het Nieuwsblad. En daar kwamen heel wat interessante zaken naar voren.
Van Aert mocht de vragen zelf trekken, en begon met de vraag welke koers hij graag nog eens opnieuw zou willen rijden. Daarover moest hij niet lang nadenken. “De Ronde van Vlaanderen van 2020. Die spurt, die zou ik opnieuw willen doen. Vooral omdat ik denk dat ik had kunnen winnen. Het was super close”, weet Van Aert uiteraard nog alsof het gisteren was.
“Heel lang heb ik ervan gebaald dat ik dat verkeerd aangepakt heb. Ik had vroeger moeten aangaan en er een langere sprint van moeten maken. Dan had ik meer kansen gehad. Nu was de afstand waarop we aangingen sowieso te kort om iemand als Mathieu nog te passeren”, slaat hij mea culpa.
Hetzelfde verhaal in Roubaix
Een andere grote teleurstelling in de kasseiklassiekers volgde vorig jaar in Roubaix. Van Aert demarreerde maar merkte plots dat hij op een leegloper zit. Wat als hij die niet had gehad? “… had ik op zijn minst voor de overwinning gesprint”, is Van Aert overtuigd.
“Daar heb ik het afgelopen seizoen wel vaker aan teruggedacht. Dat was echt een teleurstelling. Intussen is het nieuwe seizoen gelukkig aangebroken. Het is mooi om naar nieuwe kansen uit te kijken. Daar werk ik voor.”
Adoratie voor Pogacar
Over naar zijn concurrenten dan. Met welke renner had Van Aert wel graag willen ruilen? Andermaal hoeft hij niet lang na te denken. “… Pogacar, voor zijn veelzijdigheid, die meer nog dan mezelf ook kan klimmen en ondanks zijn gewicht nog gigantisch hard kan sprinten.”
Ook qua persoonlijkheid staat hij hem wel aan. “Ik ken hem niet persoonlijk. Je lacht er wel eens mee en praat er wel eens tegen in de koers, maar we hebben niet echt een persoonlijke band. Als je op zijn uitstraling afgaat, dan is alles leuk bij hem en dat is wel een mooie manier om in het leven te staan.”
De ideale sport voor Georges en Jerome
En uiteraard konden ook zoontjes Georges en Jerome niet ontbreken. Welke sport ziet Van Aert hen straks graag uitoefenen? “Basketbal”, klinkt het alweer duidelijk. “Omdat ik fan ben en mijn vrouw altijd basket heeft gespeeld. Ik vind het een heel leuke sport die in België wel een beetje opkomt, vooral door de Cats.”
De Kempenaar ziet daarnaast nóg een groot voordeel. “En het is veilig of toch zeker veiliger. Wielrennen mogen ze ook hoor, het is een veel te mooie sport om het hen af te raden, maar ik ken ook de gevaren. Uiteindelijk moet het van hen zelf komen. Ik ga hen eigenlijk helemaal niets adviseren. Ze moeten gewoon hun goesting doen.”