U weet het, of u weet het misschien niet: maar onze premier, Alexander De Croo, is een groot wielerfan. Zelf als sporter, maar ook als supporter. Voor onze Belgen uiteraard. En hij heeft een groot respect voor Van Aert, Kopecky & co.
In een openhartig jaaroverzicht met de premier in Humo, komt ook De Ronde van Vlaanderen van april ter sprake. Daar was De Croo zelf aanwezig. “Tijdens de Ronde zelf stond ik op de Berendries, en nadien ben ik de finale in Oudenaarde gaan volgen. Die drie kampioenen hebben de koers helemaal op hun kop gezet”, doelt hij op Van Aert, Van der Poel en Pogacar.
“Een tweevoudig Tour-winnaar wint de Ronde, een kasseispecialist als Wout rijdt met de besten bergop in de Tour, en Mathieu wordt wereldkampioen in het veld én op de weg.” Echter is het een Belgische koersdame die premier De Croo nog het meest heeft betoverd.
“Maar het jaar van Lotte Kopecky vind ik minstens even indrukwekkend: Ronde van Vlaanderen, tweede in de Tour, wereldkampioen op de weg en op de piste, en dát in een jaar waarin ze haar broer verloor. Waanzin”, klinkt het vol ontzag.
ZELF AFGEZIEN
Zoals gezegd is De Croo ook zélf actief met de fiets bezig. Zo waagde hij zich zelf aan De Ronde. “De dag voordien reed ik samen met mijn oudste zoon de Ronde voor wielertoeristen: 75 kilometer in regen en wind.”
“Aan de voet van de natte Paterberg vreesde ik dat het niet zou lukken, maar ik ben boven geraakt zonder een voet op de grond te zetten. In de laatste tien kilometer heb ik zwaar afgezien. En dan perste mijn zoon er nog een eindsprint uit ook”, denkt de premier vermoeid terug.