Lotte Kopecky is er in het omnium op het EK niet in geslaagd om een medaille te pakken. Sterker nog: Kopecky werd zowaar pas zevende. Enkele maanden voor de Olympische Spelen brengt dit toch de nodige zorgen met zich mee.
Kopecky weet dat er werk aan de winkel is. “We zijn er duidelijk nog lang niet.” Maar de wereldkampioene maakte er geen groot drama van. “Anderzijds: we zijn pas in januari. Ik zit in volle opbouw richting klassiekers. Logisch dat ik er conditioneel niet bovenuit steek. Dat moet ik in mijn achterhoofd houden. En zelfs al ben ik conditioneel niet top, het gevoel dat ik in de afvalling kan ik wel meenemen.”
Dat onderdeel sloot ze winnend af, maar onder meer in de scratch was het opnieuw krasselen. “Mijn scratch was alweer middelmatig. Die heb ik zelf verprutst. Dat nummer is gewoon een kwelling voor mij. Een k*tnummer. Ik doe het ook echt niet graag”, steekt ze haar frustratie niet onder stoelen of banken.
Nieuwe status
En ook in de temporace maakte ze de foute keuzes. “Dat is dan weer gewoon een goknummer. Het is altijd hopen dat je je inspanning op het juiste moment plaatst. Blijkbaar had ik ze deze keer iets te vroeg geplaatst. De anderen pakten een rondje. Ik niet. Dat is niet goed.”
In de puntenkoers wou Kopecky nog één en ander rechtzetten, maar haar collega’s viseerden haar constand. “Zeker Paternoster”, zag ook Kopecky. “Jammer dat je zo moet verliezen.”
“Het wordt elke keer erger. Zeker als je dan na twee mindere openingsnummers moet aanvallen om punten goed te maken. Dat is deels mijn eigen fout", kijkt ze ook in eigen boezem.