Het zat er even flink tegen net voor en na de aankomststreep in De Panne op woensdag. Tim Merlier haalde uit naar Jasper Philipsen na een ongelukkig manoeuvre, waar die evenwel maar weinig verkeerd deed.
“Het scheelde niet veel of er waren hier een paar sleutelbeentjes gebroken. Op het moment dat ik wil aangaan, krijg ik een duw van achteruit en even later wil ik doorduwen, maar als ik dat gedaan had, dan vlogen Jasper en ik waarschijnlijk over de vangrail en was ik waarschijnlijk de schuldige”, klonk het ook in zijn interview nog gefrustreerd bij Merlier.
Jasper Philipsen stond iets later ook nog eens de pers te woord, en trachtte daar het brandje meteen te blussen. “Als er zoiets is gebeurd, gaat de media daar natuurlijk graag op in. Het is een typisch incident voor een sprint, maar ik ben vooral bij dat we allemaal gewoon recht weten te blijven en het zo veilig is gebleven”, sloeg hij mea culpa.
“Wie er fout is? Dat is denk ik moeilijk aan te geven. Alles gaat heel snel en je moet je keuzes in een seconde maken. Iedereen probeert zo fair als mogelijk te sprinten. Er is niets gebeurd wat over de limiet ging”, oordeelt Philipsen.
Vergeten en vergeven
Het incident ligt dan ook alweer in het verleden, al zeker bij Philipsen. “Wat mij betreft blijft er dan ook niks hangen. Tim en ik staan allebei voor fair play, maar er kan er altijd maar één winnen. Als ik dat niet was, zou ik allicht ook niet blij geweest zijn. Maar van mij uit is er zeker geen wrok”, klonk het groots.
Maar ook bij Merlier leek de eerste grote ontgoocheling al doorgespoeld. Ook hij deelde mee dat er van dit voorval niets zal blijven hangen. “Ik heb hem ook al een hand gegeven op het podium.”