Er zijn heel wat renners die dit voorjaar ernstige blessures hebben opgelopen. Bij Remco Evenepoel viel het eigenlijk nog behoorlijk mee, Wout van Aert en Jonas Vingegaard waren er een pak erger aan toe. En dat kan zo zijn gevolgen hebben.
Evenepoel en Van Aert komen terug
Want hoewel het cliché luidt dat “je sterker zal terugkeren”, is dat zeker niet altijd waar. Zo zegt Sport- en Keuringsarts Tom Teulingkx in Het Nieuwsblad. Maar voor zowel Evenepoel als voor Van Aert heeft die wel goed nieuws over hun blessures naar de gevolgen van hun carrière toe.
“Dat zijn blessures waarvan je kan zeggen: als alles goed loopt, kan je die bij wijze van spreken klasseren. Over Evenepoel en Van Aert kan je nu al de voorspelling maken dat zij binnen een aantal maanden al terug een heel hoog niveau gaan halen. Die blessures gaan geen effect hebben op de rest van hun carrière”, verzekert Teulingkx.
Van Aert heeft hem echter voorheen al eens weten te verbazen. “Als je dan kijkt naar de blessure van Van Aert van een aantal jaren geleden bij die val in de Tour van 2019, waar we spreken over een heel zwaar spierletsel, dan is het echt wel knap dat hij op hetzelfde niveau of zelfs op een hoger niveau is teruggekomen.”
Veel twijfel over Vingegaard
En dan is er ook nog Jonas Vingegaard. Voor de Deen heeft Teulingkx toch minder goed nieuws. Hij vreest dat hij mogelijk nooit meer de oude zal worden. “Vingegaard heeft bijna twee weken in het ziekenhuis gelegen met schade aan organen. Dat moet je bijna gaan vergelijken met wat Froome heeft meegemaakt (die brak zijn bekken, nvdr).”
“Dat zijn multi-trauma’s: veel letsels die bij elkaar komen en die allemaal samen een veel slechtere prognose geven naar herstel toe of waar in ieder geval een veel langere herstelperiode nodig is. Zo’n klaplong, dat moet heel traag herstellen. Dat is een deel van je motor en niet van je carrosserie. Dat is toch een andere verhaal”, doet de arts het ergste vermoeden.