Woensdag werd Brugge-De Panne verreden, en na een best saaie koers waarin de uitkomst al van bij het begin vaststond, kregen we toch een ijzingwekkend spannende finale. In de laatste rechte lijn ging het dan ook nog mis, bijna zelfs twee keer.
Zo gingen er twee jongens van Israël-Premier Tech tegen de grond, en dat was bijna ook het geval bij Jasper Philipsen en Tim Merlier toen die net op hetzelfde moment in een gat wouden duiken. Die laatste ging niet vol door zodat Philipsen recht bleef. De recente winnaar van Milaan-Sanremo zat immers links tegen de dranghekken.
“Het sierde de sprinter van Soudal-Quick Step dat hij Philipsen niet als een kamikazepiloot de dranghekkens in katapulteerde toen hij in volle spurt zijn collega van Alpecin-Deceuninck plots in een piepklein gaatje links van hem ontwaarde”, complimenteert Wim Vos van Het Nieuwsblad hem dan ook.
Geen reden tot misbaar
Maar evenzeer was er meteen het misbaar richting Philipsen, en in zijn flashinterview moest hij zijn frustraties tegen zijn ex-ploegmaat toch stevig inhouden. “Om Philipsen vervolgens de mantel uit te vegen omdàt hij daar zat, zullen we gemakshalve maar aan de ontgoocheling van de nederlaag wijten.”
Want daar had Merlier voor het overige absoluut geen reden toe. “Een rondje polsen bij enkele (ex-)profs leverde overal dezelfde bedenking op: wat zou Philipsen in godsnaam verkeerd gedaan hebben? De renner die in de Tour al zo vaak bewees de snelste van allemaal te zijn deed in De Panne gewoon wat hij vreselijk goed kan: zelfs al zit hij op 500 meter van de finish nog in ogenschijnlijk verloren positie, hij vindt altijd nog de ruimte om mee te doen voor winst”, klinkt het duidelijk.