Terwijl het veldrijden in de kerstperiode traditioneel op volle toeren draait, speelt het verhaal van Eli Iserbyt zich ver weg van het parcours af. De 28-jarige Belg zit al meer dan een jaar aan de kant en ook nu blijft uitzicht op beterschap uit. Achter de schermen groeit de bezorgdheid, en voorzichtig wordt zelfs hardop de vraag gesteld hoe ver dit nog kan gaan.
LEES OOK: Columnist laat zich gaan en haalt snoeihard uit richting Van Aert
Geen vooruitgang, alleen wachtenVolgens manager Jurgen Mettepenningen is de situatie allesbehalve rooskleurig. De problemen met een vernauwde liesslagader houden Iserbyt al een volledig seizoen van de fiets, en ook nu is er geen duidelijke doorbraak in zicht. “Het wordt een moeilijk verhaal”, klinkt het somber.
De voorbije weken werden nieuwe medische testen uitgevoerd in het UZ Gent, maar die brachten voorlopig geen opluchting. “Het is een beetje jammer dat we geen beter nieuws kunnen brengen, maar eigenlijk is er weinig verandering in de situatie van Eli”, zegt Mettepenningen.
Alles hangt nu af van hoe de specialisten de resultaten interpreteren. “De testen zijn gebeurd, nu moeten we afwachten hoe zij de situatie inschatten. Het is wachten, wachten, wachten.” Dat voortdurende uitstel weegt, zowel mentaal als sportief.

Voorzichtigheid over toekomst
Intussen duiken ook de eerste speculaties op over een mogelijk einde van de carrière van Iserbyt. Mettepenningen wil daar niet te ver in meegaan, maar temperen is wel duidelijk. “Ik wil zeker niet zeggen dat het een onmogelijke situatie wordt, maar we mogen ook niet te positief zijn.”
De onzekerheid blijft groot, zeker omdat de tijd begint te dringen. “Laat ons hopen dat Eli de moed vindt om het mirakel toch te laten gebeuren en het toch nog goedkomt. Maar het wordt een moeilijk verhaal.” De manager draait er niet omheen dat de gevolgen groot zijn. “Zijn seizoen is sowieso om zeep en ook de zomer wordt heel moeilijk.”
Toch probeert Mettepenningen een sprankeltje hoop te bewaren. “Je weet het nooit. Topsporters herstellen altijd sneller dan gewone mensen. Misschien keert het snel.” Voorlopig blijft dat echter hopen tegen beter weten in. Terwijl de concurrentie zich uitleeft in de cross, blijft voor Iserbyt vooral één ding overeind: onzekerheid.
Stan Strubbe