Het onderwerp duikt elke winter opnieuw op en blijft voor beroering zorgen. Startgeld in het veldrijden: hoeveel is het nu écht, en hoe verhoudt dat zich tot wat een renner op het parcours presteert? Zelden wordt het concreet gemaakt, maar door de cijfers naast elkaar te leggen, ontstaat een opvallend beeld. Zeker wanneer Mathieu van der Poel als maatstaf wordt genomen.
LEES OOK: Twijfels nemen toe: blessure dwingt Nys tot moeilijke keuze
Startgeld is geen loonstrookOm misverstanden te vermijden: startgeld is geen salaris en ook geen prijzengeld. Het gaat om een vergoeding die een organisator betaalt om een grote naam aan de start te krijgen, volledig los van het resultaat. Geen bonussen, geen contracten, geen sponsorinkomsten. Alleen de vergoeding voor aanwezigheid.
Exacte bedragen worden zelden bevestigd, maar het startgeld van Mathieu van der Poel wordt doorgaans geschat tussen 15.000 en 20.000 euro per cross.
Een veldrit duurt voor de winnaar meestal ongeveer een uur. Soms iets meer, soms iets minder, maar zestig minuten is een logische basis om mee te rekenen. En dan wordt het pas echt concreet. Bij 15.000 euro startgeld komt Van der Poel uit op zo’n 250 euro per minuut. Ga je richting 20.000 euro, dan loopt dat op tot ongeveer 333 euro per minuut.

Waarom organisatoren meegaan
Voor organisatoren draait startgeld niet om emotie, maar om rendement. Met Van der Poel op de startlijst stijgt de kaartverkoop, groeit de media-aandacht en wordt het eenvoudiger om sponsors te overtuigen. Zijn aanwezigheid kan het verschil maken tussen een cross die break-even draait en eentje die financieel succesvol is.
In Wereldbekers ligt het officieel anders. Daar is geen startgeld en wordt gewerkt met vast prijzengeld. Toch wordt in de sport al jaren gesproken over commerciële omwegen, waarbij rond zulke wedstrijden afspraken worden gemaakt over aanwezigheid, promotie of verplichtingen ernaast.
Tot slot is het belangrijk om te benadrukken dat deze rekensom slechts één stukje van de puzzel toont. Van der Poel verdient daarnaast via zijn contract bij Alpecin-Deceuninck, prestatiebonussen en een uitgebreid netwerk aan persoonlijke sponsors.
Stan Strubbe