Kevin De Jonghe
Het is een vraag die al maanden meegaat. Sportief gezien draait de ploeg uitstekend, en dat succes heeft vanzelfsprekend een positief effect op de inkomsten. Toch blijven er achter de schermen grote vraagtekens bestaan.
LEES OOK: 'Getergd Alpecin loopt alweer pijnlijk blauwtje'
Ploeg onder drukDe onzekerheid begon toen Deceuninck begin dit jaar aankondigde te stoppen als co-hoofdsponsor. Inmiddels lijkt het bedrijf toch nog even aan boord te blijven, maar het kwaad was al geschied.
De aankondiging zorgde voor een domino-effect: verschillende renners kozen voor een vertrek, terwijl de sterkhouders Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen trouw bleven aan het team. Hun aanwezigheid is sportief goud waard, maar slorpt tegelijk een aanzienlijk deel van het budget op.
Daardoor bleef er weinig ruimte over voor versterkingen. Het middenveld van de ploeg is zichtbaar uitgedund, met het vertrek van onder meer Gianni Vermeersch, Quinten Hermans, Timo Kielich, Xandro Meurisse, Fabio Van den Bossche en Robbe Ghys. Het resultaat: een fragiele kern en een ploegstructuur die onder druk staat.
Flinke hap uit het budget
Wat betreft die financiën zijn er intussen interessante cijfers wereldkundig gemaakt door Ciclismo Mundial BV, de vennootschap achter de ploeg van Alpecin-Deceuninck. Zo bedroeg het budget van de ploeg in 2025 zo’n 26,8 miljoen euro.
Als we daar dan de verdiensten van Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen naast leggen, komen we tot een bijzonder opvallende constatering. De Nederlander rijft jaarlijks zo’n 4 miljoen euro binnen via zijn ploegcontract, Philipsen verdient sedert de ondertekening van zijn nieuw contract zo’n 2,5 miljoen euro per jaar. Dat betekent dat beide heren zomaar even 25 (!) procent van het totale budget van Alpecin-Deceuninck opslorpen.
¼ dus, een aanzienlijke hap voor eender welk WorldTour-team dat dertig renners moet onderhouden. De vraag is zelfs of dit financieel nog gezond te noemen valt. De bijdrage van Deceuninck biedt voorlopig nog wat ademruimte, maar een extra financiële impuls lijkt op termijn onvermijdelijk. Feit blijft wel dat er intussen al veel tijd verloren is gegaan.
