Stan Strubbe
Nog vier ritten te gaan in de Vuelta a España en de spanning in het klassement blijft onverminderd groot. In de zeventiende etappe keken de favorieten elkaar vooral aan, terwijl Giulio Pellizzari profiteerde en naar de ritzege reed. Analist Thijs Zonneveld ziet daarvoor een duidelijke reden: de topfavorieten Jonas Vingegaard en João Almeida zouden niet meer in topvorm verkeren.
LEES OOK: Van Aert verrast fans met opvallende onthulling: 'Just do it'
“Ze zijn gewoon op”Visma | Lease a Bike controleerde de koers lange tijd en reed zich leeg om de vlucht geen kans te geven. Maar toen Vingegaard zelf iets moest ondernemen, bleef het stil. “Dat was niet tactisch,” aldus Zonneveld in In de Waaier. “Als hij beter had gekund, was dit de dag om de Vuelta te beslissen. Maar hij kon gewoon niet. Hij en Almeida zijn allebei naar de tering. Ze zijn gewoon op.”
Almeida moest vroeg lossen en reed nadien solo het gat weer dicht. “Dat is het maximale. Hij zat helemaal tegen zijn limiet aan. Vingegaard zag dat en deed niets. Dat zegt veel over zijn benen,” aldus de ex-renner.
Pidcock en Hindley sterker
In de finale bleken anderen zelfs beter. “Pidcock en Hindley reden weg en pakten nog bonificatieseconden. Vingegaard verloor voor het eerst een sprint tegen Hindley en werd zelfs uit het wiel gereden. Pidcock zette er nog eens vijf seconden bij. Hij kon niet eens meer meesprinten voor de boni’s,” analyseert Zonneveld scherp.
Volgens hem levert dat een vreemd schouwspel op. “In de Giro viel iedereen constant aan en kwam het toch weer samen. Hier valt niemand aan, maar blijft het klassement wel spannend tot het einde. Qua kijkspel is het niet meer leuk, maar wel interessant.”
Beslissing op Bola del Mundo?
De korte tijdrit van donderdag (12 km) lijkt niet meer dan een tussendoortje. Alle ogen zijn volgens Zonneveld gericht op etappe 20 met de aankomst op de Bola del Mundo. “Die laatste vier kilometer zijn echt loodzwaar. Dat moet de rit worden waar de Vuelta beslist wordt – als die rit tenminste wordt afgemaakt,” besluit hij.
