Yorrith Haan
De 2025-editie van Milaan-Sanremo zal de geschiedenis ingaan als de editie waarin Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Filippo Ganna vanaf de Cipressa tot in Sanremo de finale reden. Ook Lance Armstrong, George Hincapie en Johan Bruyneel waren onder de indruk en bespraken de wedstrijd in hun podcast THEMOVE.
LEES OOK: Bruyneel kan zijn ogen niet geloven: “Dit verandert alles”
UAE Emirates breekt met traditionele aanpakDe analyse begon bij de voet van de Cipressa, waar UAE Emirates-XRG het tempo bepaalde. “Het was geen geheim dat ze onder de negen minuten wilden duiken. Welke traditionele regels er ook zijn, die maken niet meer uit. Ze doen alles op hun manier, en dat werkt,” aldus Bruyneel.
Toch verliep niet alles volgens plan. “Tim Wellens reed direct op kop en Jhonatan Narváez zat net iets te ver met Pogacar, maar ze misten Isaac del Toro. Hij zat dertig plaatsen te ver en kon niet meer terug naar voren. Dat had de koers kunnen veranderen, want hij was in geweldige vorm,” merkte de Belgische ex-ploegleider op.
Of die wijziging een andere winnaar had opgeleverd, is de vraag. “Pogacar had misschien alleen kunnen wegrijden, maar was dat genoeg geweest? Waarschijnlijk niet, want Van der Poel en Ganna hadden hem voor de Poggio weer bijgehaald,” stelde Bruyneel. “Maar het was een sterke strategie van UAE. I loved it.”
Van der Poel maakt opnieuw indruk
Armstrong en Bruyneel waren het roerend eens over de hoofdrolspelers. “Pogacar ging drie kilometer voor de top, precies zoals hij moest doen. Maar ik moet zeggen: Van der Poel was indrukwekkend,” analyseerde Bruyneel.
“Hij counterde zelfs nog, net zoals twee jaar geleden. Toen hij over de Cipressa kon met Pogacar, was al zeker dat hij op de Poggio zou meekunnen.”
Armstrong sloot zich daar enthousiast bij aan. “Mathieu van der Poel: geweldig. Iedereen verwachtte dat Pogacar zou winnen, maar toen hij aanging en iedereen loste, leek het alsof Van der Poel met zijn vingers in zijn neus zat. Heb je zijn gezicht gezien op dat moment?” vroeg hij zich hardop af.
Bruyneel nuanceerde dat meteen. “Ook Mathieu zat daar op de limiet,” antwoordde hij met een grijns.
Wat Armstrong vooral bijbleef, was hoe de koers volledig veranderd is. “Pogacar dwingt klassiekers zich opnieuw uit te vinden. Aanvallen, herstellen, aanvallen, herstellen: dat werkt. Dit was een totaal andere Milaan-Sanremo dan vroeger. Normaal werd het altijd beslist op de laatste vijfhonderd meter van de Poggio, maar Pogacar doet het totaal anders,” concludeerde hij.
Vrijdag treffen Van der Poel en Pogacar elkaar opnieuw in de E3 Saxo Classic. Voor Pogacar wordt het zijn eerste Vlaamse klassieker in twee jaar, terwijl Van der Poel als titelverdediger start.
Later deze week maakt UAE Emirates bekend of de Sloveen na de Ronde van Vlaanderen ook Parijs-Roubaix aan zijn programma toevoegt.
