Kevin De Jonghe
Mathieu van der Poel heeft zijn werk gedaan. De Nederlander zou nu in topvorm moeten verkeren om zaterdag Milaan-Sanremo aan te vatten. Zijn Nederlandse collega-legendes zullen alvast meekijken hoe hij het er vanaf zal brengen. Zowel Hennie Kuiper als Jan Janssen zijn alvast vol lof voor hun landgenoot.
Mede-iconen blazen loftrompet
Voor Kuiper bestaat er geen twijfel over: Van der Poel is een absolute kanjer die tot de besten ooit in zijn sport behoort. De Nederlander staaft dat door te zeggen dat hij er altijd staat wanneer het moet. “Van der Poel is er een meester in om naar grote doelen toe te werken. Hij verloor donderdag die sprint, maar als hij volgende week in Milaan-San Remo in een vergelijkbare situatie zit, wint hij waarschijnlijk.”
“Hij is een echte kampioen die in grote wedstrijden net iets meer kan. Mathieu mag van mij nog jaren doorgaan, want zeker in de monumenten kunnen we hem niet missen”, klinkt het bij Het Nieuwsblad. In vergelijking met Wout van Aert vindt Kuiper duidelijk dat Van der Poel een streepje voor heeft.
“Kijk naar Wout van Aert, die is 30 jaar en heeft alleen Milaan-San Remo gewonnen”, prikt hij richting de Kempenaar. Hoewel Kuiper ook diens talent zeker erkent. “Als je ziet hoe sterk hij is, zou je verwachten dat hij meer van dit soort hoofdprijzen zou hebben gepakt.”
Altijd op de afspraak
Grote lofzang voor Van der Poel van bij Kuiper, maar ook Janssen blaast een flink stuk mee op die loftrompet. “Van der Poel heeft natuurlijk heel veel talent. Dat talent heeft hij meegekregen van zijn vader Adrie en zijn grootvader Raymond Poulidor. Hij traint natuurlijk ook keihard en piekt écht in de grote klassiekers.”
Ook hij beseft dat het voornamelijk de continuïteit is die van Van der Poel zo’n groot renner maken. “Wedstrijden winnen is één, maar er elke keer weer staan in de grootste koersen is een heel ander verhaal.”
“Daar is de druk veel groter en je hebt te maken met de allerbeste renners ter wereld op dat terrein. We hebben best wel een aantal goede generaties, maar Van der Poel stijgt er met kop en schouders bovenuit.”
