Kevin De Jonghe
Tadej Pogacar was andermaal dé dominante factor dit seizoen. Zoals nooit tevoren zelfs. Het kan niet anders of dit brengt ook de nodige insinuaties met zich mee.
Pogacar is clean
Het is helaas eigen aan het wielrennen, mede door het pijnlijke verleden. Buitenaardse prestaties als die van Pogacar worden steeds met de nodige argwaan bekeken, en zijn wilde beschuldigingen ook nooit ver weg. Zelfs van mensen die ooit zelf in de koers zaten.
Maar daar wil Johan Vansummeren liever niet aan meedoen. “Pogacar flikt het keer op keer. Ik steek voor niemand mijn hand in het vuur, maar een Tourwinnaar…”, geeft hij de voorzet voor zijn collega in het interview.
Zijnde een andere ex-renner in Jelle Vanendert. “…die wordt serieus gecontroleerd”, vult die het antwoord van Vansummeren aan. “Er is dit jaar geen enkele atleet zo vaak gecontroleerd als Pogacar. Zonder twijfel”, weet de ex-Lotto-renner met zekerheid.
Voorzichtigheid als moeder van de porseleinkast
Bovendien weet Vanendert dat er in het wielrennen zelfs extra aandacht wordt besteed aan het clean zijn. “Want wielrennen wil schoner zijn dan schoon. Wielrennen is de enige sport…”
“…waarbij de atleten voor hun eigen dopingcontroles betalen”, vult deze keer Vansummeren aan. De renners lijken dus als de dood voor beschuldigingen en/of substanties die ongewild in het lichaam zouden komen.
