Kevin De Jonghe
Velen die niet meer in hem geloofden na andermaal een mager voorjaar, maar Julian Alaphilippe heeft ze allemaal de mond weten te snoeren. In de twaalfde etappe van de Giro mocht de Fransman immers triomferen, na een werkelijk impressionant nummertje.
LEES OOK: Actie tegen Van Aert wordt niet gesmaakt: 'Kleinzielig'
In de wolkenZo’n 125 kilometer reed Alaphilippe maar liefst in de aanval. En dat met amper 2 renners, want zo werd hij enkel vergezeld van de Italiaan Mirco Maestri. Het hoeft geen betoog dat Alaphilippe in de wolken was na zijn overwinning. "Deze zege doet heel veel deugd, ik had deze rit ook aangekruist”, klonk het.
“Voor mij persoonlijk is het een belangrijke zege. Deze zege is ook voor mijn vrouw en zoon, waar ik zoveel steun aan heb gehad de voorbije tijd”, reageerde de tweevoudige wereldkampioen toch best emotioneel.
Bloemen voor Maestri
The emotions of a great day of cycling, of a great day of #GirodItalia 🇮🇹💞
— Team Polti Kometa (@TeamPoltiKometa) May 16, 2024
Thanks @mircomaestri9, so proud of you ❤️
And thanks also to you, @alafpolak1 🫡 pic.twitter.com/AM5Wb42kfr
Het duurde dan ook even vooraleer hij écht begon te dromen van winst. “Op de laatste klim wist dat ik kon winnen, maar tot de laatste kilometer ging ik gewoon vol. Ik hoorde dat Narváez nog steeds erg dichtbij was. Het was mijn droom om een rit in de Giro te winnen en nu ben ik gewoon echt heel erg blij.”
Alaphilippe had ook nog een dankwoordje klaar voor zijn medevluchter Maestri, met wie hij een mooi moment deelde na afloop."Mirco was echt heel sterk en had het evenveel verdiend om vandaag te winnen. We hebben uitstekend samengewerkt."
Tot slot kwam ook ploegleider Geert De Bondt met een reactie namens Soudal Quick-Step bij In de Leiderstrui. “Julian is altijd een vechter geweest, ook al waren de laatste twee jaar niet fantastisch en moeilijk voor hem. Hij bleef doorgaan en wat hij in de eerste week van deze Giro al liet zien, duidde op een vechtersmentaliteit. Hij gelooft in zichzelf en wat hij vandaag deed, geeft aan wat hij waard is.”
