We naderen het summum van deze crosswinter. Volgende week vindt in Tabor immers het wereldkampioenschap plaats. De hoop op een gouden Belgische medaille is echter klein.
Dat is het geval bij de elite, waar iedereen ervan uitgaat dat Mathieu van der Poel iedereen naar huis zal rijden. Ook bij de beloften is er één Nederlandse topfavoriet. Dat met een ploegmaat van Van der Poel bij Alpecin-Deceuninck met Tibor del Grosso. “Een heel sterke coureur”, weet ook bondscoach Sven Vanthourenhout.
“En sinds hij bij Alpecin-Deceuninck rijdt, zie je hem nog meer stappen zetten. Wij moeten daar een collectief blok tegenover stellen. Ik stel met plezier vast dat onze jongens groeien richting het WK.”
WEINIG HOOP
Bij de beloften is er dan nog enigszins hoop op een gouden plak, bij de junioren is dat allesbehalve het geval. “We moeten eerlijk zijn: dit is niet de sterkste lichting junioren”, blijft Vanthourenhout realistisch.
“Er zitten een paar jongens bij die iets kunnen, maar de resultaten zijn wisselvallig. We volgen hen op en organiseren wekelijks provinciale en nationale trainingen, maar voorlopig lijkt het een generatie zonder uitschieters.”
En tot slot is het ook bij de elite dames een utopie om een medaille te pakken. “Ik hoop dat er iets uit de lucht valt, maar in principe denk ik niet dat we iets gaan pakken”, aldus de bondscoach. Voor Laura Verdonschot, Norbert Riberolle, Sanne Cant en Alicia Frank zou de top tien al een mooie prestatie zijn.