Matthijs Klerkx
Thibau Nys kan nog niet definitief furore maken tussen de profs in de cross. Zijn start in de VS-crossen was met twee vijfde plekken veelbelovend, maar daarna kwam de 20-jarige zoon van veelwinnaar Sven er niet meer aan te pas. Zo ziet ook Michel Wuyts, die teleurgesteld is.
In zijn column in Het Laatste Nieuws fileert de ex-wielercommentator van Sporza de prestaties van de crosser van Baloise Trek Lions. "Achter de vier (Eli Iserbyt, Michael Vanthourenhout, Laurens Sweeck en Lars van der Haar, red.) valt een hopeloos gat. Nys, Verstrynge, Wyseure, Michels: ik had er meer verweer van verwacht", trekt Wuyts van leer.
"Ik dacht aan een podiumplaats tussen de profs. Dat is blijkbaar te vroeg." Wuyts zag papa Nys in zijn gloriejaren en merkt nu al dat hij zijn zoon Thibau niet langs dezelfde meetlat moet leggen. "Stoeien bij de beloften levert uiteraard winst op. Maar bevestigen bij de profs blijft lastig. 'Ik knok graag tegen de grote mannen', zei Thibau daags voor de Beekse Bergen. Dan werd hij troosteloos 36ste. Een groeiproces kan verdomd pijn doen, zeker op je twintigste."
Toch vergelijkt hij graag met de twee absolute kopstukken van de cyclocross, Wout van Aert en Mathieu van der Poel. "Op die leeftijd had Van Aert al veertien procrossen gewonnen. Koppenberg, Loenhout, Baal en Koksijde bijvoorbeeld. Van der Poel pakte er elf, waaronder die WK-titel bij de profs in Tabor." Van dat niveau zijn de beloften nu niet, ook Nys niet, zo stelt Wuyts: "Fenomenen van dat niveau worden maar om de vijftien jaar geboren."
