Yorrith Haan
Matthew Brennan blijft verbazen. De pas 20-jarige Brit van Visma | Lease a Bike schreef donderdag de eerste etappe in lijn van de Deutschland Tour op zijn naam, door niemand minder dan Jonathan Milan in een massasprint te kloppen. Een bijzondere zege, die ook bij ploegmaat Wout van Aert diepe indruk maakte.
LEES OOK: Brennan verschalkt Milan na zinderende ontknoping
“Alsof hij al tien jaar prof is”Van Aert stak zijn bewondering na afloop niet onder stoelen of banken. “Hij is amper twintig, maar hij praat en koerst alsof hij dertig is”, vertelde de Belg aan Het Nieuwsblad. “Ik heb nu al het gevoel dat hij nog maar weinig hoeft te leren. Zijn grootste kracht is zijn kalmte. In élke situatie blijft hij koel.”
Een vergelijking met zijn eigen twintigjarige zelf maakt Van Aert liever niet. “Op mijn twintigste reed ik op z’n best eens de Ronde van België en dan was ik al blij dat ik in de laatste tien kilometer het wiel kon houden. De jonge renners van nu worden veel sneller groot. Maar deze hier… die is wel héél speciaal.”
Geen geplande lead-out
Bij Visma | Lease a Bike was het aanvankelijk de bedoeling dat Van Aert als lead-out zou fungeren voor Brennan in de sprints van deze Deutschland Tour. Tijdens de openingsrit lukte dat echter niet. “Ik wilde onderweg een paar bonificatieseconden pakken in de tussensprint, omdat Matthew en ik zo lang mogelijk goed willen blijven staan in het klassement. Maar na die inspanning werd ik een beetje overspoeld door het peloton.”
Sprint in de tweede rij
Door die positionering kon Van Aert zijn jonge kopman niet optimaal van dienst zijn in de finale. “Ik zat wat verderop, maar ik kon vanop de tweede rij wel perfect zien hoe Matthew zijn sprint opzette. Hij vocht voor zijn plek en maakte het heel knap af. Het is niet normaal knap hoe hij het afmaakte. Echt chapeau.”
IJzers in het vuur
De zege van Brennan biedt Visma | Lease a Bike meerdere tactische opties voor de rest van de week. “Het is mooi dat we op meerdere paarden kunnen wedden”, besluit Van Aert. “Met Matthew hebben we er een nieuwe troef bij in de breedte. En wat voor één.”
