Kevin De Jonghe
Één van de huidige sensaties in het peloton is ontegensprekelijk Thibau Nys. De jongeling maakte de voorbije twee seizoenen al danig wat indruk, en werkt nu ook zijn eerste klassieke periode af. Daarnaast schittert hij ook nog elke winter steevast in het veld.
Afweging veld/weg
Daar behaalde Nys afgelopen winter nog zowel de Europese titel als de Belgische titel, naast enkele andere mooie overwinningen. Maar José De Cauwer ziet toch liever niet gebeuren dat Nys het veldrijden te veel voorrang zou geven, zodanig dat hij in zijn wegcarrière niet het volledige potentieel zou kunnen behalen. Maar daar zegt Nys geen schrik voor te hebben.
“Na de Waalse Pijl en Amstel heb ik al zeker niet het gevoel dat ik daar zonder crossen in december en januari zoveel beter was geweest. Ik weet natuurlijk dat het belangrijk is om over die balans te waken. Mijn voordeel is dat ik een crosswinter kan rijden zonder de gebruikelijke aanpak van de cross.”
Nys verduidelijkt wat hij hiermee wil bedoelen in Het Nieuwsblad: “Losrijden op maandag, dinsdag drie uurtjes, donderdag twee uur crosstraining in het bos en dan oppassen omdat de crossen in het weekend er al opnieuw aankomen — voor mij werkt dat niet.”
“Als ik het zo vier weken doe, stuikt mijn basis helemaal ineen. Die load is te weinig om mijn lichaam gaande te houden. Op zich is dat heel positief want ik kan dus crossen en tegelijk trainingsuren blijven maken in functie van de weg.”
Eerste liefde, grote liefde
Ook bij Van der Poel en Van Aert werd in de beginjaren van hun carrière wel eens geopperd om het veld aan de kant te schuiven. Dat gebeurde wel voor een groot deel, maar nooit helemaal. Ook Nys is geenszins van plan om de cross volledig overboord te gooien.
“De cross zal op mijn programma blijven staan. Ik doe het nog te graag en ik heb nog te veel doelen om het aan de kant te schuiven. En sowieso zou mij dat geen betere wegrenner maken. Door lange duurtrainingen en de koersen zelf verlies ik op de weg wat van mijn absolute piekvermogen. In de cross onderhoud je die explosiviteit wel”, is hij stellig.
