Boonen, Museeuw of Van Aert? "Hij staat er nog boven"

De 109de Tour de France zit er sinds afgelopen zondag op. Maar in de voorbije drie weken is zoveel gebeurd, dat er nog een tijdje zal worden nagekaart. Over de prestaties van Wout van Aert bijvoorbeeld. In welke mate heeft de Kempenaar inmiddels zijn plek binnen de Belgische wielergeschiedenis veroverd?

Drie ritzeges op telkens een uiteenlopende manier, om nog maar te zwijgen van de vele ereplaatsen. Met overmacht de eerste Belgische groene trui sinds 2007. Een aanzienlijk aandeel in de eindzege van ploegmaat Jonas Vingegaard. ... . Van Aert was de voorbije Tour veruit de sterkste renner in het peloton. En dat terwijl hij in de afgelopen jaren ook al indruk maakte in La Grande Boucle. Bovendien begint ook zijn klassieke palmares flink aan te dikken. In nagenoeg alle grote voorjaarsklassiekers waaraan hij ooit deelnam, behaalde hij inmiddels minstens het podium.

Uiteraard is het moeilijk om Van Aert te vergelijken met Belgische wielerlegendes zoals Freddy Maertens, Roger De Vlaeminck, Rik Van Looy en dé Allergrootste. Wielrennen was in hun tijdperk gewoonweg een andere sport op gebied van materiaal, begeleiding, ... . Maar met de toppers uit een meer recent verleden gaat de vergelijking wel op. Met Tom Boonen en Johan Museeuw bijvoorbeeld, veruit de beste Belgen van hun generatie. Analist Michel Wuyts waagde zich bij Humo ook aan die vergelijking.

WERK AAN PALMARES
En volgens hem moet Van Aert toch nog net een beetje hoger ingeschat worden vanwege zijn kwaliteiten in de breedte. Al heeft hij qua palmares wel nog een inhaalbeweging te maken op Museeuw of Boonen. "De erelijst van die twee heeft hij nog niet. Beiden wonnen meerdere keren Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen én werden wereldkampioen. Dat zijn overwinningen die Van Aert ook zeker aan zijn palmares zou willen toevoegen", aldus Wuyts. "Maar als je kijkt naar de brede waaier aan mogelijkheden die hij heeft, moet je hem eigenlijk nog daarboven plaatsen. Van Aert is wereldtop in tijdrijden, sprinten én leunt aan bij de top in het klimmen. Dat is uniek, want jarenlang was het de trend dat renners zich alsmaar meer gingen specialiseren in één discipline."