Kevin De Jonghe
Vrijdag staat de E3 Saxo Classic op het programma, en daarin maakt ook Wout van Aert opnieuw zijn opwachting. Hij werkte het Openingsweekend al af, om nadien drie weken op hoogtestage te trekken. Nu is hij dus terug, en hij staat de popelen om er opnieuw aan te beginnen.
LEES OOK: Wout van Aert komt met steun voor Fem van Empel
Van Aert heeft zinVan Aert zegt op de clubwebsite van Visma-Lease a Bike dat er goed werkt is geleverd op de Teide, maar de komende periode doen zijn ogen toch meer fonkelen. “We hebben een goed en fijn trainingskamp gehad op Tenerife, maar je bent toch coureur geworden om te kunnen koersen. Ik kijk er echt naar uit om weer een rugnummer op te spelden”, luidt het.
Te beginnen dus met de E3, wat kunnen we daar al van hem verwachten. Van Aert probeert die verwachtingen toch wat te temperen. Zijn absolute piek moet immers in De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix liggen. “Dat is altijd even afwachten in zo’n eerste wedstrijd na een hoogtestage.”
“Dat zag je vorig jaar in de E3 Saxo Classic ook”, is Van Aert zelfbeuwst. “Maar we hebben een sterk team in de breedte, met onder meer Matteo Jorgenson die in Parijs-Nice hele mooie dingen heeft laten zien.” Visma-Lease a Bike heeft dus meerdere kaarten om te spelen.
Geen favoriet
Ook bij de ploegleiding kunnen ze niet wachten om aan het vervolg van de kasseiklassiekers te beginnen. Ploegleider Grischa Niermann kijkt uit naar vrijdag. “De E3 Saxo Classic is een prachtige koers over een groot deel van het parcours van de Ronde van Vlaanderen.”
Uiteraard hopen ze bij de Nederlandse ploeg te scoren, maar zijn ze ook razend benieuwd hoe hun renners ervoor staan. “Vaak wordt de koers gezien als een soort generale repetitie. Voor ons wordt het interessant om te zien hoe Wout en Tiesj zich voelen na hun hoogtestage.”
De favorietenstatus tot slot wil Niermann liefst van zich afschudden, hoewel hun grote succes de afgelopen jaren. “We zijn niet de favoriet, maar moeten gebruikmaken van ons brede collectief. We gaan er alles aan doen om er in de finale nog met zoveel mogelijk renners bij te zitten.”
