Kevin De Jonghe
Het werd een kortstondige persconferentie van Mathieu van der Poel eerder deze week. De Nederlander is een beetje ziekjes, al hoefde dat zeker niet te worden gedramatiseerd. Hij maakte wel zijn programma – of voor een stuk toch – bekend. En het valt op dat hij het toch anders aanpakt dan vorig jaar.
LEES OOK: Bakelants spaart het veldrijden niet en ziet groot probleem
Top in SanremoOpnieuw een voorbereidende rittenkoers met Tirreno-Adriatico, in aanloop naar om te beginnen Milaan-Sanremo. Daar waar Van der Poel er vorig jaar nog voor koos om in te stappen in La Primavera. Daar heeft hij dit jaar echter opnieuw een topdoel van gemaakt, en wil hij in de beste mogelijke vorm aan de start verschijnen.
Van der Poel oordeelt dat het meepikken van de Tirreno hem daar bij zal helpen, net zoals in 2023 toen hij won op de Via Roma. En dan volgt de ploeg gezwind. “Deze aanpak voelt iets comfortabeler. Nu gaat hij wel vooraf weten hoe de vlag hangt. Dat geeft ook meer mentale rust”, aldus ploegleider Christophe Roodhooft.
Onterechte kritiek
Een en ander zorgt er zo ook voor dat Van der Poel heel wat meer koersdagen in de benen zal hebben dit voorjaar. Dat waren er vorig jaar amper 7. Maar daar houden ze bij Alpecin-Deceuninck geen rekening mee. "We rekenen niet in koersdagen. Als je focust op een koers, is de kans op succes het grootst. Als je meer wedstrijden gaat rijden, is de kans op de grootste momenten misschien iets minder groot", luidt de redenering van ploegbaas Philip Roodhooft.
Toen Van der Poel vorig jaar de Tour aanvatte had hij dus amper zeven koersdagen in de benen. En daar werden toch vragen bij gesteld, zeker gezien die Ronde van Frankrijk alweer geen succes werd. Niet geholpen door het parcours, maar toch, van iemand als Van der Poel wordt nu eenmaal meer verwacht.
Maar Roodhooft vond die kritiek toch niet terecht: “Het is niet daarom dat we het nu anders doen”, stelde hij tegenover Sporza. “Maar ik heb die heisa wel als onaangenaam ervaren. Iedereen verwacht altijd van Mathieu dat hij top is in de grootste wedstrijden. Vorig jaar was hij dat. En dan was het nog niet goed.”
Monumenten op één
Een ‘vollere’ aanloop dus richting de klassiekers, waar er met Milaan-Sanremo, De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix eigenlijk nog maar drie zekerheden zijn voor MVDP. De E3 volgt meer dan waarschijnlijk wel, over Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen wordt nog getwijfeld. Het zijn duidelijk dus echter de Monumenten die tellen.
Monumenten waarvan er vorig jaar 3 werden gewonnen door Alpecin-Deceuninck. "Maar dat zal niet altijd zo lukken", weet ook Roodhooft uiteraard. "We nemen onze verantwoordelijkheid en spreken onze ambities uit. Dat we daar als team in geloven, daar mogen we trots op zijn."
Wat betreft het programma van Van der Poel mogen we echter nog aanpassingen verwachten, impliceert Roodhooft: “Dingen onderweg aanpassen of bijsturen wordt soms als een gebrek aan professionalisme gezien, terwijl het heel vaak het omgekeerde is. Zolang je het maar doordacht doet.”
