Kevin De Jonghe
We krijgen komende zondag dan tóch een duel tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert in Liévin. Dat had tot voor afgelopen zondag niemand gedacht, ook Thijs Zonneveld niet. Ook de Nederladse journalist viel net niet uit zijn zetel, maar juicht de beslissing – uiteraard zou je zeggen – wél toe.
LEES OOK: Voelt Van Aert de bui al hangen? "Dat is funest voor het ego"
Van Aert is zichzelf nietDat blijkt duidelijk uit het oordeel van de columnist van het Algemeen Dagblad. Zonneveld is bijzonder tevreden dat Van Aert de strijd zal aangaan, ook al gaat hij ervan uit dat Van der Poel nog steeds zal zegevieren. En volgens Zonneveld denkt Van Aert dat ook, maar heeft hij zijn schrik om te verliezen van zijn grote concurrent opzij kunnen zetten.
Want de voorbije twee jaar zag Zonneveld eigenlijk geen duel meer tussen beide. Sedert het WK in Hoogerheide in 2023 acht hij Van Aert ondergeschikt aan Van der Poel. Bovendien ziet hij de Kempenaar ook veranderen als renner wanneer hij het moet opnemen tegen de grote rivaal. Hij wordt zelfs een beetje laf, oordeelt Zonneveld streng.
“Als VDP aan de start staat, is Van Aert zichzelf niet. Rijdt hij ineens afwachtender, passiever, een tikje lafjes soms”, klinkt het. “De finale van Parijs-Roubaix 2023 was een teken aan de wand: toen ze samen weg waren, koos Van Aert ervoor om niet over te nemen. Hij liet liever de rest terugkomen dan dat hij het alleen tegen VDP opnam.”
Terug een duel
Ook voor het overige verloor Van Aert zowat alle rechtstreekse duels. En dat zal ook zondag gebeuren, denkt Zonneveld: "Van Aert gaat Van der Poel normaal gesproken niet verslaan op het WK, komende zondag. Ook niet als het parkoers verandert in één grote modderplas en als ze moeten zwemmen met een fiets op hun rug.”
Echter vindt de columnist dat niet het belangrijkste. Hij ziet een mentale stap voor Van Aert, die MVDP recht in de ogen wil kijken, ook al zijn de winstkansen klein. “Wout loopt niet langer weg voor zijn eigen schaduw. Hij verstopt zich niet, hij staat weer rechtop in de ring. Eindelijk, eindelijk. We hebben weer een duel”, besluit Zonneveld.
