Kevin De Jonghe
Wat een verrassing! Want waar werkelijk niemand het nog had verwacht, kwam Visma-Lease a Bike plots met het bericht dat Wout van Aert alsnog aan het WK zal deelnemen. Een bom van jewelste. Maar hoe is deze ultieme verrassing precies tot stand gekomen? Wel, dat heeft verschillende redenen.
Beter dan verwacht
Want dat WK in Liévin, daar werd bij het begin van zijn crosscampagne hoegenaamd géén rekening mee gehouden. Sowieso waren de prestaties in de geplande crossen van weinig belang voor Van Aert, zo wist hij meermaals aan te kondigen. Het gevoel terugkrijgen en een mooie toevoeging in de voorbereiding op zijn seizoen op de weg.
Starten deed Van Aert al sowieso met een valse noot. De rentree gepland voor Mol kwam er niet door ziekte. Gelukkig niet al te erg want in Loenhout kon de Kempenaar wél van de partij zijn. Echt veel vertrouwen werd daar evenwel niet getankt. Meer dan een vierde plaats – op een straatlengte na winnaar Van der Poel (die zich daar nog blesseerde, daarover straks meer) zat er niet in.
Vervolgens was het een dikke week wachten op een nieuwe cross, maar dat was er wel meteen boenk op. In Gullegem volgt een verwoede strijd met Eli Iserbyt, die Van Aert in zijn voordeel kan beslechten. Daags nadien rijdt hij dan iedereen – weliswaar in afwezigheid van Van der Poel – iedereen op een hoopje in Dendermonde.
Zie daar al een grote reden voor de plotse gedachteswitch bij Van Aert. Want hoewel ook al opgevoerd door de media na Dendermonde, is er bij hem en Visma-Lease a Bike absoluut geen sprake dat er tóch een WK zal worden gereden. Ook bondscoach De Clercq wordt afgewimpeld. Maar intern – en al zeker bij de renner zelf – is er toch een zaadje geplant die dag. Zo goed had hij zichzelf nog niet verwacht.
Voor de fans
Datzelfde geldt ook voor afgelopen zaterdag in Maasmechelen, hoewel een echt duel met Van der Poel er nooit is gekomen. Het goede gevoel is wel daar, en Van Aert hakt de knoop na de wedstrijd door met manager Jef Van den Bosch. Bondscoach Angelo De Clercq mag zich aan een bijzonder verrassend en aangenaam telefoontje verwachten.
"Ik heb de deur op een kier gezet na Dendermonde door te zeggen dat hij na Maasmechelen mocht beslissen. Hij heeft me gisterenavond opgebeld met de vraag of hij toch kon starten”, klonk het bij de bondscoach. Het nieuws slaat vervolgens in als een bom.
Niet verwonderlijk uiteraard. Want zie daar een tweede reden voor Van Aert om toch deel te nemen. Hij staat er immers nog steeds van versteld hoeveel mensen er telkens op de been komen en hoe groot de aanmoedigingen voor zijn persoon zijn. De populairste man in de cross (en wielrennen tout court), dat staat als een paal boven water.
We zagen de laatste weken ook een bijzonder ontspannen Van Aert die telkens veel tijd maakte voor zijn fans en ook de media. Op die manier wil hij iets teruggeven an die grote supportersschare, wat hij nu dus ook doet met een ultieme deelname aan het WK.
Gekeerde kansen
"Het idee om mee te doen aan het WK kwam recent in me op, na Maasmechelen ben ik in gesprek gegaan met de bondscoach en mijn ploegcoaches en heb ik besloten mijn kans te wagen”, klonk het bij Van Aert zondagavond.
"Ik ben opgewonden om aan zo'n mooie race deel te nemen. Ik denk dat het een boost zal vormen die goed doet in de aanloop naar de grote doelen op de weg”, legt hij een andere reden voor zijn deelname bij het mentale aspect. Klinkt allemaal logisch uiteraard, maar heeft dat mentale ook te maken met ene Van der Poel?
We gaven al aan dat Van Aert beter is dan zelf verwacht, maar tegelijkertijd heeft zijn grote concullega intussen wel de nodige problemen gehad. Voornamelijk met een niet gekneusde maar wel gebroken (!) rib. Iets wat nog steeds speelt overigens, al valt dat niet echt te zien aan de resultaten van de zesvoudige wereldkampioen.
Echter komen we zo toch tot de conclusie dat Van Aert plots in een situatie is gekomen waarbij een vierde wereldtitel absoluut geen utopie meer lijkt. Mocht hij zondag in Liévin de bovenhand kunnen nemen van Van der Poel, dát zou pas een mentale boost zijn richting voorjaar. Dat bovendien op een sompig parcours, wat ook al in het voordeel speelt van de Kempenaar.
