Mats Buelinckx
Er stond in 2024 geen maat op Tadej Pogacar. De Sloveense wereldtopper van UAE Team Emirates won zo goed als alles wat er te winnen viel, maar dat kan niet iedereen appreciëren.
Afgelopen zaterdag bewees Pogacar nog maar eens zijn kunnen door met een weergaloze solo de Ronde van Lombardije naar z'n hand te zetten. Remco Evenepoel finishte als tweede in Italië op meer dan drie minuten. Opnieuw een overdonderende overwinning voor de Sloveen, al mag het volgens Thijs Zonneveld nu wel beginnen ophouden.
Te veel van het goede
In zijn column voor het Algemeen Dagblad geeft de Nederlander duidelijk aan dat hij de dominantie van Pogi stilaan beu is. "Hoe mooi zijn solo’s ook zijn, hoe bijzonder zijn seizoen ook was: de overmacht was te groot", begon Zonneveld zijn betoog.
"Heel, heel, heel misschien wacht-ie tot het laatste klimmetje. Of anders het sprintje met een handvol anderen. Wordt het nog een soort van spannend. Maar laten we eerlijk zijn: die kans is net zo groot als dat het zaterdag hagelslag regent. Het zit er dik in dat Tadej Pogacar een kilometer of vijftig voor de finish al gaat. Of anders op tachtig al. En als hij er zin in heeft, is-ie al gevlogen voor de uitzending begint."
"Ik werd er moe van"
"Vanuit historisch en sportief perspectief is het wielerjaar van Pogacar in 2024 er eentje om voor altijd te onthouden", werd Zonneveld even positief. "Vrijwel alles lukte. Hij werd niet ziek, hij viel niet, hij had geen pech op beslissende momenten, hij miste nooit de slag."
"Zijn basisniveau was zo absurd en allesverzengend hoog dat we niet eens doorhadden of hij nu in vorm of in topvorm was. Hij werd nooit moe. Ik wel. Van hem. En ik denk dat ik niet de enige ben."
