Kevin De Jonghe
Mark Cavendish heeft woensdag voor wielergeschiedenis gezorgd. In de vijfde etappe van deze Tour de France snelde de Brit naar de overwinning. Daarmee pakte hij alsnog zijn o zo felbegeerde record van aantal ritzeges in de Tour.
Lees ook: Ex-Tourwinnaars maken zich grote zorgen en slaan alarm
Van Aert niet verrastUiteraard werd Cavendish langs alle kanten gefeliciteerd met zijn prestatie. Wout van Aert sprak Wielerflits zelfs uitgebreid toe na de recordzege van Cavendish. De Kempenaar zegt niet verbaasd te zijn. “Ik sta er niet helemaal van te kijken, ik had het altijd wel mogelijk geacht dat hij het nog kon klaarspelen”, klonk het.
“Zeker in de sprintritten van tegenwoordig in de Tour is er niet altijd evenveel interesse om de koers zwaar te maken. Dan krijg je een snelle finale en dan heeft hij natuurlijk nog altijd de benen”, verklaart Van Aert waarom hij niet bepaald achterover viel.
“Het is zeker een sprookje. Het is superknap dat hij dat al die jaren is blijven najagen. Hij heeft gewoon zoveel ervaring dat hij nog altijd supergoed is in het positioneren en op het juiste moment aangaan. Dat laat hij vandaag denk ik zien.”
Veel respect
Van Aert beseft als geen ander wat voor een straffe prestatie Cav heeft neergezet. “Ik kijk met heel veel respect naar hem. Zelf heb ik nu negen Tour-overwinningen, maar ik blijf daar ook al een tijdje op steken, dus ik kan me er wel iets bij voorstellen hoe moeilijk het kan zijn om 35 zeges te pakken.”
De twee kunnen het blijkbaar ook goed met elkaar vinden. “Het is een speciale persoonlijkheid natuurlijk, maar ik kan hem wel smaken. Eigenlijk kan ik wel met hem opschieten. We hebben altijd wel goeie praatjes in het peloton. Van mij echt petje af.”
Ook Evenepoel reageert
Ook Remco Evenepoel kwam na de rit van woensdag met een reactie op het record van Cavendish. “Ik wil hem feliciteren met zijn record. Het is best speciaal om zijn prestatie vanuit het peloton mee te maken.” Ook via zijn Instagram kwam Evenepoel nog met felicitaties voor de Britse snelheidstrein.
