Sportief gezien lijkt er opnieuw geen maat te staan op Tadej Pogacar. Na goed een week koersen in de Ronde van Frankrijk staat de Sloveen al veertig seconden voor op Vingegaard, de overige concurrentie staat al op veel grotere achterstand. Toch loert er een stevig gevaar om de hoek.
Zowat alle ploegen kregen in het voorjaar al af te rekenen met tal van coronabesmettingen en net toen de storm wat ging liggen, lijkt corona weer meer dan ooit aanwezig in het peloton. Bij Quick-Step moesten al verschillende pionnen naar huis en ook bij UAE Emirates was het zaterdag prijs: Vegard Stake Laengen kon niet meer van start gaan, een ferme streep door de rekening van Pogacar en co.
Komende maandag staan er op de rustdag bij alle ploegen verplichte coronatesten op het programma. Verwacht wordt dat er bij die testen nog meer besmettingen aan het licht gaan komen en dat boezemt Pogacar ook de nodige angst in. “Ik kan alleen maar hopen dat ik gezond blijf tot het einde”, sprak hij. “Maar als renner ben je elke dag onderweg. Zeker op de beklimmingen staan er bijzonder veel mensen. Ik ben mij ervan bewust dat dit de kans op een infectie verhoogt. Maar mijn grootste rivaal is dit virus niet. Die zitten nog altijd bij Jumbo-Visma en Ineos", zo klonk het bij Het Nieuwsblad.
SLACHTVELD?
Veel ploegleiders vrezen een slachtveld na de tests op maandag, zo ook ploegleider Roodhooft van Alpecin. "Iedereen vermoedt dat er overal slachtoffers zullen zijn. Hopelijk hoeven de belangrijkste figuren de Tour niet te verlaten, zodat we er toch nog een mooie wedstrijd van kunnen maken. Dan mogen we onze 2 handen kussen", zo reageert Roodhooft bezorgd bij Sporza.