In het verleden bleek het wel eens vaker het geval dat de topfavorieten om de Tour te winnen in de begindagen het dragen van de gele trui bewust probeerden te vermijden. Niks daarvan bij Tadej Pogacar. De Sloveen neemt ze in dank aan, en dat al na etappe zes. En daar is hij zeker niet rouwig om. Uiteindelijk bleek Pogacar de snelste van een uitgedunde groep in Longwy, maar ook voor hem was het afzien tijdens deze razendsnelle etappe – bedankt
Wout van Aert. “Vandaag was zo zwaar, vanaf de start eerste twee uur was het gekkenhuis. En dan ging de sterkste man van het peloton ook nog in de aanval”, doelt hij uiteraard op onze landgenoot.
Uit deze woorden spreekt veel respect van Pogacar richting Van Aert, en dat doet het eens te meer door te stellen dat hij dacht dat die het wel zou kunnen uitzingen tot aan de finish. “Er reden heel veel renners achter hem aan en onze ploeg ook. Eerst dacht ik dat hij het ging redden, maar het peloton was toch sterker.”
GELE TRUIUiteindelijk bleek Pogacar dus de sterkste/de snelste op de punchfinish in Longwy. “Ik voelde me goed. De ploeg deed ongelooflijk werk om mij in positie te brengen. Het was geen pure sprint, want op de laatste klimmetjes ging het heel hard. Het was heel zwaar en hectisch voor de slotklim. En ik gok dat ik wel goede benen had om het af te maken. Ik ben heel blij.”
En zo staat Pogacar dus na dag zes ook al in het geel. En hij lijkt niet van plan dit nog te willen afgeven. "Ik ging vol voor de zege, het geel is een bonus. Maar je zegt geen 'neen' tegen het geel. We moeten dit verdedigen."