Tadej Pogacar domineerde het afgelopen wielerseizoen van begin tot einde. De Sloveense veelvraat won naast de Giro d'Italia ook de Tour de France op bijzonder dominante wijze.
Thijs Zonneveld, journalist én professioneel wielrenner, denkt echter dat de organisatie van La Grande Boucle niet echt blij was met de manier waarop Pogacar iedereen aan flarden reed. Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel konden de Sloveen niet temmen en het algemene klassement was al snel beslist.
Die dekselse Pogacar
“De Tourorganisatie moet wel met afgrijzen hebben toegekeken naar de manier waarop Tadej Pogacar het afgelopen jaar de ene na de andere koers vroegtijdig besliste”, staat er te lezen in het Algemeen Dagblad. "Als hij aan de start stond, was de winnaar bekend.”
“Het kan dus niet anders of ze hebben nagedacht over de Anti-Pogi-Tour: een parkoers dat hem zo min mogelijk ligt.” Zonneveld is er rotsvast van overtuigd dat de organisatie van de Tour heeft geopteerd voor etappes die het Pogacar moeilijk moeten maken.
Buigen of kraken
“Op de Ventoux werd Pogacar in 2021 gelost door Vingegaard, op de Hautacam werd hij in 2022 gevierendeeld door Wout van Aert en de Col de la Loze is van Pogacars ineenstorting in 2023.” En laten die drie beklimmingen dit jaar allemaal in het parcours zitten.
"Ze zoeken simpelweg alle demonen van het Sloveense wonderkind nog maar eens op. Ze hopen ermee het duel tussen Pogacar en Vingegaard te reanimeren, maar de Pogacar van 2024 was niet de Pogacar van 2023, 2022 en 2021. Hij had afgelopen jaar geen enkele zwakke plek: hij was op ieder terrein beter dan zijn rivalen.”