Zaterdag staat op de Olympische Spelen de wegrit voor de mannen op het programma. Voor Mathieu van der Poel de enige keer dat hij in actie zal komen in Parijs. Maar hij geldt wel meteen als dé te kloppen man.
Aparte koers
In zijn interview met de pers op donderdag had de wereldkampioen er alvast vertrouwen in. Al constateerde hij – net als iedereen – dat het geen traditionele koers zal worden. “Het is sowieso een atypische wedstrijd. Het is niet zoals in het voorjaar dat je met je eigen ploeg rijdt en dat je de wedstrijd kan controleren tot wanneer je zelf wil. Dit is net iets anders.”
Daarbij doelt hij voornamelijk op het feit dat de koers met amper 90 renners wordt betwist, en zelfs de toplanden maar over kleine ploegen beschikken. Zo heeft Nederland 3 renners, België 4. Één zaak is dan ook meteen duidelijk: het wordt overal opletten.
“Waar zal het gebeuren? We moeten vooral attent blijven en ons niet laten verrassen door een groep die van ver vertrekt en waarin alle landen belangrijke pionnen hebben. Dan kan de wedstrijd meteen over zijn”, beseft Van der Poel.
3 sterke blokken
Maar hij lijkt zelf wel een plannetje te hebben. Zo doet de Nederlander uitschijnen dat hij zich niet in een afwachtende positie zal steken. “Er zijn genoeg concurrenten die voor een open koers willen gaan. Dat is voor veel landen ook de beste manier om de koers te winnen. Ook Remco Evenepoel houdt van zo’n situaties. Er zal weinig controle zijn.”
Wat betreft de grootste concurrentie kijkt Van der Poel naar drie landen. “Iedereen kijkt naar België, maar da’s niet het enige sterke blok. De Belgen gaan ook niet de koers controleren. Ik denk ook aan Groot-Brittannië, aan Denemarken die ook een paar kanshebbers aan de start brengen.”
Hijzelf is er alvast klaar voor. “Ik heb dinsdag mijn laatste lange en echt lastige inspanning gedaan. Ik voel me goed. Nu ga ik op zoek naar die goede benen van Glasgow en het fris gevoel", zo kon Het Nieuwsblad noteren.