Kevin De Jonghe
Lotte Kopecky mag bijna beginnen aan haar grote doelen op de Olympische Spelen. In haar geval zijn dat er maar liefst drie, met zaterdag de tijdrit op de weg, volgende week de wegrit en dan nog het omnium op de baan.
Corona gehad
Eerst volgt dus de tijdrit, het onderdeel waar Kopecky voor zichzelf de kleinste medaillekansen ziet. "Ook voor mij wordt zaterdag een vraagteken. Ik heb niet zoveel ervaring met dit onderdeel, maar mijn vorm is goed en ik geef het beste van mezelf. Ik moet optimistisch zijn”, klinkt het bij Sporza.
Maar door een recente gebeurtenis is er toch nog net iets meer twijfel. Zo liep Kopecky onlangs immers tegen de coronalamp, net na de Giro Donne waar ze knap tweede eindigde.
“De eerste dagen na de positieve test heb ik het rustig aan gedaan. En afgelopen weekend op de piste voelde ik mij goed. Ik denk dus niet dat het gevolgen zal hebben. Daarbij ben ik er nu even immuun voor. Ik heb er momenteel dus geen schrik van”, tracht ze wel te relativeren.
Verrassing in de maak?
Zoals gezegd is het tijdrijden niet dé specialiteit van Kopecky, maar gezien het parcours zou ze toch best weleens stevig kunnen uitpakken zaterdag, op een bovendien grotendeels beschut parcours dat weggelegd is voor de grote motoren.
"Het is een lange tijdrit en mijn sterkte komt wanneer de vermoeidheid optreedt, al is dat ook een mentaal spelletje. Ik hoop dat ik zaterdag opsta met hele goeie benen”, besluit Kopecky.
