Derde worden in je debuut in de Tour de France, daar zouden heel wat renners voor tekenen. Remco Evenepoel heeft zijn eerste deelname aan de Ronde van Frankrijk met glans afgerond. Derde in het algemene klassement én de witte trui, daar mag je als ouder apetrots op zijn.
Maar hoe hebben de moeder en vader van Evenepoel zijn avonturen in de Tour de France beleefd? Veel spreken met hun zoon deden ze alvast niet. "Neen. Hoefde ook niet. Hij wéét dat we er zijn en dat volstaat.", aldus vader Patrick Evenepoel bij Het Laatste Nieuws.
Vuistje
“Zelfs een vuistje of duimpje in onze WhatsApp-groep, ‘s avonds’, is al ruim voldoende. Eigenlijk zagen wij niet meer dan wat iederéén kon vaststellen: hij blonk in zijn vel. Voor de rest lieten we hem volledig in zijn focus. En in zijn bubbel vooral. Want die Covid-opstoot maakte het link."
Klappen incasseren
Net als Jonas Vingegaard moest ook Remco Evenepoel lang revalideren van zijn valpartij in de Ronde van het Baskeland. "Iedereen had het over Vingegaard. En oké, meer dan terecht na wat hij heeft moeten doorstaan. Maar... ook Remco heeft toen drie weken niet gefietst. En Steff Cras was er volgens mij nóg slechter aan toe dan Jonas. Die rijdt hier ook top twintig.”
“Die mentale weerbaarheid kan je koppelen aan ons eigen verhaal. Ook wij incasseerden al rake klappen in ons leven en dat ‘telkens weer opstaan, rug rechten en voesj doen’ heeft hij van ons gezien en geleerd. We gaven hem dat mee in zijn opvoeding. Op de juiste manier en omringd door de juiste mensen, lukt dat.”
Tourwinst
En hoe denkt Evenepoel senior over de eventuele winstkansen van zijn zoon in de Tour? “Waar hij nu, in deze fase van zijn carrière, staat is... ongelooflijk fantastisch. Maar zoals hij zelf aangaf en beseft: er zal hard moeten gewerkt worden om die bewuste stap nog te zetten. We kennen hem: hij gaat dat ook voor de volle 100% doen."
"Die twee tegenstanders (Vingegaard en Pogacar, red.) van formaat houden hem wakker. Zijn grote voordeel is dat er nog ‘rek’ bij hem opzit. Maar of die progressiemarge ooit met zekerheid zal leiden tot een Tourzege? Dat ga je me niet stellig horen beweren.”